Dode geschiedenis als uitzondering

Catacomben in Palermo
In de catacomben van een onopvallend gebouw aan een onooglijk plein net buiten het historische centrum van Palermo ontmoet je plotseling de gemummificeerde overblijfselen van meer dan 8.000 lichamen. De oudste is meer dan 400 jaar oud, terwijl anderen er minder dan 100 jaar liggen, de een bijna tot stof vergaan, terwijl een klein meisje eerder lijkt te slapen dan dat ze al jaren geleden gestorven is.

Schilderij van Calcedonio Reina, ‘Amore e morte’, 1883. Beeld: Wikicommons

De ‘Catacombe dei Cappuccini
De Catacombe dei Cappuccini vormen een merkwaardige bezienswaardigheid te midden van een stad die tegelijk verschrikkelijk smerig is en anderzijds zoveel historie laat zien. De orde van de Kapucijnen hadden aan het eind van de zestiende eeuw niet langer genoeg plaats op de begraafplaats van hun klooster in Palermo. Vanwege dit ruimtegebrek groeven zij tunnels uit onder dat kerkhof om er catacomben te bouwen. Daarop begonnen zij te experimenteren met het mummificeren van de doden, te beginnen met een van hun eigen broeders, Silvestro van Gubbio, een naam die zo uit De Naam van de Roos lijkt te komen. In 1599 werd hij te ruste gelegd in de catacomben.

Daarna volgden vele anderen. De monniken wasten de lichamen met azijn om ze daarna te drogen te leggen op pijpen gemaakt van keramiek. Een minderheid is daarna nog gebalsemd, terwijl enkelen in een glazen kist zijn gelegd. De meeste lichamen zijn echter rechtop aan de muur bevestigd.

Een plek in de catacomben was eerst voorbehouden aan Kapucijner monniken, maar later werden ook anderen hier te ruste gelegd. Artsen, juristen, kinderen, alleenstaande vrouwen; allen kregen zij een eigen afdeling in de uitdijende catacomben. Nabestaanden konden de doden bezoeken en voor hen bidden. In 1920 werden de laatste lichamen ter ruste gelegd. Onder hen was een tweejarig meisje, Rosalia Lombardo, waarschijnlijk de bekendste dode die in de catacomben ligt.

Historische kennis
Vele doden dragen kleding die nog steeds herinnert aan een beroep. Vooral een Napoleontische soldaat springt in het oog, te herkennen aan zijn blauwe uniform, met rode en witte accenten. De kleine dodenstad is dan ook een tamelijk unieke historische bron van kennis. De vele mummies bevestigen dat mensen vroeger een stuk kleiner waren dan nu, ook vergeleken met Italianen nu, die op hun beurt vergeleken met Nederlanders ook nu nog vrij klein van stuk zijn. Ook qua kleding kunnen we leren wat toen gangbaar was, ook al kunnen de kleren die gekozen zijn om iemand in te begraven enigszins misleidend zijn.

Daarnaast zijn de catacomben ook een tentoonstelling van sociale verhoudingen, ook al is het moeilijk hier duidelijke conclusies over te trekken. Er is duidelijk meer zorg besteed aan het drogen en mummificeren van overleden artsen en geestelijken dan aan het stoffelijk overschot van gewone mensen.

Veranderende functies
De meeste mensen die de catacomben bezoeken vinden het een fascinerende, maar ook enigszins macabere ervaring. Daar is veel voor te zeggen. Oorspronkelijk waren de catacomben een praktische oplossing voor een lastig probleem; er was waarschijnlijk geen sprake van enige sensatie. Daarna groeiden de catacomben uit tot een begraafplaats die ook in de behoeften van de levenden voorzag; de levenden konden hun herinnering aan de doden levend houden en ook voor hen bidden. Daarnaast werd een plek op de begraafplaats eerst gezien als een noodzakelijkheid en later als een statussymbool.

Met het sluiten van de catacomben als begraafplaats voor de doden is die oorspronkelijke functie verdwenen. Ook zijn er nu waarschijnlijk nauwelijks mensen die een persoonlijke band hebben met de overledenen. Beide factoren leiden ertoe dat de catacomben nu een ongemakkelijke rol vervullen. Enerzijds mag iedereen de catacomben bezoeken, maar wordt het bezoekers verboden om foto’s te maken en wordt hen daarmee op het hard gedrukt de doden te respecteren. Anderzijds bestaat er eigenlijk geen tastbare link meer met het heden, zoals bij monumenten voor de Tweede Wereldoorlog.

De doden hebben simpelweg geleefd, zij waren geen slachtoffers van een gebeurtenis die ook nog deel uitmaakt van onze herinnering. Door die ongemakkelijke combinatie van factoren zijn de catacomben ook gewoon een rariteitenkabinet dat sommige bezoekers aan het lachen maakt, mede veroorzaakt door de slechte staat van sommige lichamen. Een aantal mummies staart je met open mond aan. Je kunt er haast alleen maar om lachen.

Catacomben en hermeneutiek
Deze catacomben lijken geen betekenis meer te hebben. De relatie tussen subject en verleden is hier afwezig. Dit is echter een uitzonderingssituatie. Een korte blik op het publieke debat toont dat geschiedenis vaak juist overloopt van betekenis. De geschiedenis is vaak een bron van mythes over de eigen identiteit; de negentiende eeuw is bijvoorbeeld zeker geen dode geschiedenis. Vele schrijvers en activisten, soms met een migratieachtergrond, hebben aandacht gevraagd voor het overzeese verleden van Nederland en de oudere Republiek. Slavernij en kolonisatie zijn daardoor iets meer onderdeel van het publieke bewustzijn geworden. Dit toont dat geschiedenis meestal niet geheel voorbij is. Geschiedenis heeft vaak volop betekenis en is daarom zo interessant.