‘Traditie onder vuur’. MacIntyre’s kritiek op ‘Burkeaanse traditie’ (deel 3)


Het woord ‘traditie’ wordt regelmatig gebruikt in het moderne discours, vooral in de ‘rechtse’ hoek. In vier korte stukjes wil ik laten zien welke veronderstellingen vaak verbonden zijn met dit gebruik. Ik zal betogen dat een beroep op ‘traditie’ vaak een ‘wij’ en een ‘zij’ impliceert. Dit is een indirecte vorm van culturele uitsluiting.

Deze serie is onderdeel van de sectie ‘geschiedfilosofie’. Lees hier een toelichting op het oogmerk van deze sectie.

Deel 1: Traditie onder vuur, inleiding.
Deel 2: Burkeaanse traditie
Deel 3: MacIntyre’s kritiek op ‘Burkeaanse traditie’
Deel 4: Wij en zij. De multiculturele samenleving

Burke’s traditie: een valse tegestelling
Bij een pleidooi voor ‘preservation’ of ‘traditie’ gaat er iets mis. Dat heeft de Schotse moraalfilosoof Alasdair MacIntyre kernachtig uitgelegd in After Virtue, uit 1981.

Voor MacItyre is de tegenstelling tussen traditie en vernieuwing misleidend, omdat ieder denken en handelen gestalte krijgt in een traditie, die zich steeds verder ontwikkeld door discussie en nieuwe praktische problemen. Traditie is een vorm, die een bepaalde inhoud van denken en handelen moet bevatten.

Een ‘waarachtige’ traditie
Een voorbeeld: In de lijn van MacIntyre zou je kunnen stellen dat er een aristoteliaanse moraalfilosofische traditie bestaat. In een paar snelle stappen: De Griekse denker Aristoteles (384-322 v. chr.) ontwikkelde zijn deugdethiek in de Ethica Nicomachea. Na herontdekking van diens werk in de Late Middeleeuwen, ging Thomas van Aquino aan de slag met deze ideeën. Hij imiteerde Aristoteles niet; hij had zijn eigen vragen, die zowel voortkwamen uit zijn christelijke overtuigingen als de maatschappij waarin hij leefde. Op die manier gingen ook anderen verder in het spoor van de ‘aristoteliaanse traditie’, zoals de Katholieke kerk in de negentiende eeuw. MacIntyre noemt zichzelf ook een Neo-Aristoteliaan.

Het kernpunt van deze traditie is een aantal gemeenschappelijke overtuigingen over het Goede Leven: een mens kan alleen Het Goede bereiken als lid van een gemeenschap. Dit betekent niet dat Aristoteles, Thomas en MacIntyre precies hetzelfde dachten; bij een vergelijking zou blijken dat zij onderling juist verschillen doordat zij verschillende vragen stelden.

Een Burkeaanse traditie volgens MacIntyre
Dit laatste gebruik van de notie ‘traditie’ veronderstelt dus een kernovertuiging. Dit is precies waar het aan ontbreekt in de conservatieve idee van traditie. Bij conservatieven staat ‘traditie’ niet voor een bepaald ideaal of overtuiging, maar is een doel op zichzelf geworden. ‘De traditie’ omdat het traditie is. 

Volgens Macintyre is een pleidooi voor traditie om de traditie de dood in de pot. Een gezonde traditie kenmerkt zich altijd door een voortgaande discussie over idealen of uitgangspunten. MacIntyre spreekt van ‘continuities of conflict’. ‘Indeed when a tradition becomes Burkean, it is always dying or dead’.  Bij de post-Burkeaanse opvatting van traditie lijkt er geen ideaal meer op het spel te staan en bevindt zich daarom op een dood spoor.

Deze redenering kan nog een stap verder worden doorgetrokken. De kracht van de post-Burkeaanse opvatting van traditie ligt in het feit dat het haar eigen idealen niet hoeft te verwoorden. Het kan hameren op het belang van ‘traditie’, op het verleden.

Daar kan echter een impliciet ideaal achter schuil gaan, dat vaak een onderscheid maakt tussen ‘wij’ en ‘zij’. Het vierde en laatste stuk gaat hierover.

‘Traditie onder vuur’. Burkeaanse traditie (deel 2)


Het woord ‘traditie’ wordt regelmatig gebruikt in het moderne discours, vooral in de ‘rechtse’ hoek. In vier korte stukjes wil ik laten zien welke veronderstellingen vaak verbonden zijn met dit gebruik. Ik zal betogen dat een beroep op ‘traditie’ vaak een ‘wij’ en een ‘zij’ impliceert. Dit is een indirecte vorm van culturele uitsluiting.

Deze serie is onderdeel van de sectie ‘geschiedfilosofie’. Lees hier een toelichting op het oogmerk van deze sectie.

Deel 1: Traditie onder vuur, inleiding.
Deel 2: Burkeaanse traditie
Deel 3: MacIntyre’s kritiek op ‘Burkeaanse traditie’
Deel 4: Wij en zij. De multiculturele samenleving

Burke en de Franse Revolutie
De waarde van traditie is vaak benadrukt door conservatieve reactie na het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789. In zijn boek Reflections on the Revolution in France ging Burke tekeer tegen de snelle veranderingen die plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie. Burke verafschuwde deze veranderingen. In zijn boek zette hij de snelle veranderingen in Frankrijk tegenover de stabiliteit in Engeland.

In dit boek schrijft Burke niet zozeer over ‘tradition’ maar over ‘preservation’. Het ging hem om het behoud van vrijheid door middel van geleidelijke verandering.

Traditie vs. rede
Na Burke is de idee van ‘traditie’ steeds belangrijker geworden onder conservatieven. De traditie stond voor stabiliteit en betrouwbaarheid. Dit werd tegenover vernieuwingsdrang en conflict van ‘de rede’ gezet, vanuit de revolutionaire hoek. Op die manier kwam traditie tegenover de rede te staan.

Dit frame is nog steeds onder ons. ‘Traditioneel’ heeft vaak de connotatie van ‘wat gebruikelijk of conventioneel was’. Dit benadert de eerste betekenis van traditie. De pleitbezorgers van traditie stellen vaak impliciet dat traditie goed is omdat het traditie is; het is oud en heeft zich al bewezen. Dat is beter dan iets nieuws proberen.

Zwakte van traditie
Dit is een vrij helder argument: de orde van de Vroegmoderne tijd was beter dan de chaos die Robespierre en Napoleon veroorzaakten. Het probleem: Nu kan de tijd niet teruggedraaid worden, al is dat tijdens de Restauratie (na 1815) wel geprobeerd. Met weinig succes.

Daarom een belangrijker bezwaar. De orde van het verleden is altijd een bepaalde vorm, die gedragen moet worden door een bepaald idee. Een pleidooi voor ‘preservation’ of voor traditie, maakt niet direct duidelijk wat dat idee of ideaal is. Het is een pleidooi voor een vorm.

In het volgende deel wil ik dit nader toelichten aan de hand van het werk van Alasdair MacIntyre.

Traditie onder vuur, inleiding (deel 1)


Het woord ‘traditie’ wordt regelmatig gebruikt in het moderne discours, vooral in de ‘rechtse’ hoek. In vier korte stukjes wil ik laten zien welke veronderstellingen vaak verbonden zijn met dit gebruik. Ik zal betogen dat een beroep op ‘traditie’ vaak een ‘wij’ en een ‘zij impliceert. Dit is een indirecte vorm van culturele uitsluiting.

Deze serie is onderdeel van de sectie ‘geschiedfilosofie’. Lees hier een toelichting op het oogmerk van deze sectie.

Deel 1: Traditie onder vuur, inleiding.
Deel 2: Burkeaanse traditie
Deel 3: MacIntyre’s kritiek op ‘Burkeaanse traditie’
Deel 4: Wij en zij. De multiculturele samenleving

De Nederlandse cultuur is aan het verdwijnen, daar moeten ‘we’ iets aan doen. Deze uitspraak behoort tot een herkenbaar rechts idioom, regelmatig geuit door Thierry Baudet, Geert Wilders en clubjes als Stichting Civitas Christiana (SCC). Vaak wordt de notie van ‘traditie’ erbij gesleept. SCC strijdt inderdaad tegen ‘de afbrokkeling van de Nederlandse cultuur en tradities’. De idee van ‘traditie’ speelt ook een belangrijke rol in De Onzichtbare maat, het recente boek van de reactionaire rechtsfilosoof Andreas Kinneging.

Nu ga ik niet opnieuw kritiek leveren op De Onzichtbare maat. Ik ben wel geïnteresseerd in de idee van ‘traditie’ en het frame en de veronderstellingen die verbonden zijn met dit begrip.

Wat is een traditie?
Volgens de Dikke van Dale gaat het om ‘een oude gewoonte van een (grote) groep mensen’. Dit staat dicht bij de betekenis van dit woord in het dagelijks taalgebruik. Traditie staat voor een terugkerend fenomeen: oliebollen met Oudjaar, Koningsdag vieren in de stad of Sinterklaas. Dat zijn allemaal zaken ieder jaar terugkomen.

Traditie staat ook vaak voor het behoud van bepaalde gewoontes en gebruiken op de lange termijn, tussen generaties. Het kan hier gaan om het doorgeven van een bepaalde gewoonte, bijvoorbeeld naar de kerk gaan. Het kan ook gaan om kennis: denk aan de tradities van gilden. Leermeesters gaven hun leerlingen kennis door om zo een ambacht en de traditie daaraan verbonden in stand te houden.

Traditie: vorm en inhoud
Nu kan een gewoonte of gebruik nooit gerechtvaardigd worden omdat deze nu eenmaal oud is. Denk bijvoorbeeld aan slavernij. Dit is een eeuwenoude ‘traditie’, die nu afgewezen wordt. Dat wijst erop dat traditie meer nodig heeft dan een bepaalde historie.

Om niet afgeschaft te worden, dient een traditie een bepaald ideaal of waarde te belichamen. Nu is dat meestal geen probleem. Het is niet moeilijk om de ‘waarde’ van een traditie als Dodenherdenking of Koningsdag te articuleren.

Aangevochten traditie: Sinterklaas
Het wordt interessant als we kijken naar een traditie als Sinterklaas. De waarde van dit kinderfeest heeft betrekking op ‘gezelligheid’ en ‘saamhorigheid’. Een groep activisten heeft nu al jarenlang kritiek op dit feest vanwege het racisme verbonden met ‘zwarte piet’.

Nu gaat het mij vooral om de tegenstanders van deze activisten. Zij lijken te willen dat ‘zwarte piet’ zwart blijft. Zij verdedigen vooral de vorm, niet de inhoud of de waarde van het Sinterklaasfeest.

Dit is een probleem. Eigenlijk moeten deze tegenstanders uitleggen waarom een bepaalde vorm van het feest (de zwarte pieten) belangrijk zijn voor de waarde van het feest (gezelligheid, leuk kinderfeest).

Dat probleem vermijden zij. In plaats daarvan gaan zij de confrontatie aan met activisten als Jerry Afriyie. De claim: deze activisten bedreigen onze Nederlandse tradities.

Deze confrontatie laat in een notendop zien wat er mis kan zijn met een beroep op ‘traditie’: er wordt een bepaalde vorm van traditie verdedigd in plaats van de inhoud ervan. Vervolgens wordt de ‘traditie’ ingezet als instrument tegen ‘anderen’. Traditie is een strijdinstrument van ‘wij’ tegen ‘zij’, zonder dat dit vaak expliciet gemaakt wordt.

‘Traditie’ uitgediept
In de komende drie stukjes wil ik deze problemen uitdiepen.
Aan de hand van Edmund Burke’s reactie op de Franse Revolutie;
Met de kritiek van Alasdair MacIntyre op de ‘Burkeaanse traditie’.  
– In het vierde stukje ga ik in op manier waarop een beroep op ‘traditie’ wordt gebruikt om een wij en zij van elkaar te onderscheiden.