Hoe de historicus het verleden construeert

Vermeer, Allegorie van de schilderkunst (1666-1668), fragment. Deze vrouw is verkleed als Clio, de muze van de geschiedenis. Beeld: Wikicommons

Bronnen vs. geschiedverhaal
Het verleden gaat iedereen aan, maar historici houden zich er professioneel mee bezig. Historici proberen met behulp van bronmateriaal iets te zeggen over het verleden. Doen zij aan wetenschap? Kun je geschiedschrijving zien als een wetenschap? Zo ja, kan de historicus nagaan wat er echt in het verleden gebeurt en dat min of meer objectief opschrijven?

Geschiedfilosoof Chris Lorentz legt in De constructie van het verleden dit probleem op heldere wijze uit.

Bron: Chris Lorenz, De constructie van het verleden. Een inleiding in de theorie van de geschiedenis, 6e gewijzigde druk (Amsterdam-Meppel: Boom, 2002), p. 25.

1. Er is iets gebeurd.
2. Dat laat bronnen na.
3. De historicus leest deze bronnen.
4. Vervolgens schrijft de historicus een verhaal met behulp van deze bronnen.

Lorentz plaatst een vraagteken bij de manier waarop dit verhaal (4)zich verhoudt tot wat er ooit gebeurd is (1). Dat is een terecht vraagteken. Wat er gebeurde kan gezien worden als complex samenspel van natuurlijke en menselijke factoren. Dat laat bronnen na. De historicus kan nooit via deze bronnen precies achterhalen of beschrijven wat er gebeurde. Wat doet de historicus dan wel? En is wat hij of zij doet wetenschappelijk?

Geschiedenis als wetenschap
Jona Lendering verdedigt in een hele reeks blogs dat geschiedenis inderdaad een wetenschap is. Hij richt zich op oudheidkunde, maar zijn betoog gaat over geschiedenis als vak. Dit vak hanteert methoden om tot betrouwbare kennis te komen over het verleden. Lenderings blogserie ‘Methode op maandag’ gaat bijvoorbeeld over heuristiek, feiten, vergelijken, continuïteit en nog veel meer. Deze ‘methoden’ zijn de intellectuele erfenis van het werk van talloze historici, door Lendering ‘de historische canon’ genoemd’.

Dick Swaab als historicus
Geschiedenis is inderdaad een vak waarvoor je vaardigheden nodig hebt. Anders gebeuren er ongelukken. Neuroloog Dick Swaab liet dit zien in Wij zijn ons brein, dat een bijzondere historische redenering bevatte: oorlogen vonden vaak plaats in de zomer, vanwege de hoeveelheid daglicht. Niet militaire strategie, maar de invloed van daglicht op de hersenen gaf de doorslag. Geen woord over de praktische overwegingen om niet in de herfst of winter een oorlog te beginnen. Swaab is onvoldoende vertrouwd met het historisch ambacht.

Constructie van het verleden
Toch is dit ambacht maar een deel van het verhaal. De nadruk op de wetenschappelijke methode van geschiedschrijving verliest ook iets uit het oog. Ondanks allerlei vaardigheden die je kunt leren, blijft geschiedschrijving een proces van constructie waarin de historicus een cruciale rol speelt.

De historicus heeft niet alleen vaak een persoonlijke interesse in het onderwerp dat hij of zij bestudeert. Fundamenteler: de manier waarop bronnen gebruikt worden voor een verhaal, is geen mechanisch onpersoonlijk proces. Dit proces had niet door iedereen met de juiste aangeleerde vaardigheden en methoden uitgevoerd kunnen worden.

Gadamer
Dit idee is bekritiseerd in de geschiedfilosofie na de Tweede Oorlog en kernachtig verwoord door de filosoof Gadamer in zijn hoofdwerk Waarheid en Methode (1960).Gadamer betoogt dat de idee dat historici hun eigen ideeën en vooroordelen opzij kunnen zetten bij hun onderzoek, naïef is. Hij draait het om door te stellen dat juist onze ervaringshorizon een ontmoeting met het verleden mogelijk maakt.

Gadamer stelde dat de historicus zelf ook een historisch gesitueerd subject is en zette uiteen welke gevolgen dit heeft voor de manier waarop we naar geschiedschrijving kijken. In dat betoog bekritiseerde hij ook de geschiedfilosofie van zijn voorgangers, zoals Schleiermacher, Dilthey, Droysen en Collingwood.

Zijn betoog is nog steeds de moeite waard. Waarom? Omdat het een waarachtiger beeld schetst van wat historici doen. Maar vooral: Historici zijn niet neutraal, maar betrokken op hun onderzoek. Het is een goed idee dat te erkennen en te proberen dat productief in te zetten.