Het woord ‘traditie’ wordt regelmatig gebruikt in het moderne discours, vooral in de ‘rechtse’ hoek. In vier korte stukjes wil ik laten zien welke veronderstellingen vaak verbonden zijn met dit gebruik. Ik zal betogen dat een beroep op ‘traditie’ vaak een ‘wij’ en een ‘zij’ impliceert. Dit is een indirecte vorm van culturele uitsluiting.
Deze serie is onderdeel van de sectie ‘geschiedfilosofie’. Lees hier een toelichting op het oogmerk van deze sectie.
Deel 1: Traditie onder vuur, inleiding.
Deel 2: Burkeaanse traditie
Deel 3: MacIntyre’s kritiek op ‘Burkeaanse traditie’
Deel 4: Wij en zij. De multiculturele samenleving
De zwakte van traditie
Deel 3 beschreef hoe een beroep op ‘traditie’, als een pleidooi tegen vernieuwing, inhoudelijk niet zo sterk is. Het introduceert een valse tegenstelling tussen traditie en vernieuwing. Ook roept het de verdenking van nostalgie op. In dit deel wil ik stap verder gaan door te betogen dat een beroep op ‘traditie’ vaak betrekking heeft op ongenoegen over de multiculturele samenleving, waarbij racisme vaak niet ver weg is.
‘Invented tradition’ en nationalisme
Historici staan meestal wantrouwend tegen het begrip ‘tradities’, omdat er vaak geen sprake is van betekenisvolle continuïteit. Vaak is er sprake van een ‘invented tradition’, de fabricage van een bepaald gebruik dat vervolgens terug geprojecteerd wordt op de geschiedenis.
Deze fabricage gaat over het nu: niet over verleden, maar over de groepsidentiteit in het heden. Dit fenomeen is nauw verbonden met de creatie van nationalisme. ‘Uitgevonden tradities’ laten zien dat identiteit in het algemeen en nationale identiteit in het bijzonder, geen natuurlijke fenomenen zijn. Zij zijn gecreëerd door mensen, vaak met een bepaald doel.
Het verval van tradities en cultuur
De campagne Cultuur onder Vuur van Stichting Civitas Christiana wil de ‘afbrokkeling van de Nederlandse cultuur en tradities’ tegengaan. Thierry Baudet pleit ook regelmatig voor behoud van de Nederlandse cultuur. In een speech sprak hij over ‘de banden met onze tradities herstellen’. Wat betekent ‘de Nederlandse cultuur en tradities’ eigenlijk? Welk doel gaat hierachter schuil?
Dit frame veronderstelt een ‘decline narrative’: In het verleden werden dierbare tradities nog in ere gehouden, in het heden wordt maar wat aangerommeld. Het gaat dus om het contrast tussen heden en verleden. Baudet en ook SCC laten hierover weinig misverstand bestaan. Het gaat vrijwel altijd om een ‘traditioneel Nederland’ dat er anders uitziet dan het huidige Nederland.
Wat zijn dan die gebreken? Het huidige Nederland is de-facto een multiculturele samenleving; er wonen niet alleen maar witte mensen. Er wonen hier ‘Surinamers’, ‘Marokkanen’, ‘Turken’, ‘Molukkers’, etc. De aanhalingstekens hierboven hebben een betekenis. Een deel van deze groepen betreft eerste generatie migranten; zij zijn bijvoorbeeld in Turkije geboren, maar wonen hier al jaren. Hun kinderen zijn in Nederland geboren en opgegroeid. Zij zijn daarmee natuurlijk Nederlanders. Vinden Wilders en Baudet dat ook?
De Nederlandse cultuur
Empirisch gezien betekent ‘de Nederlandse cultuur’ zoiets als: De talrijke gewoonten en gebruiken van de mensen die gelden als ‘Nederlander’. Daarmee zijn de gebruiken van een persoon met ouders die in Turkije zijn geboren ook Nederlands.
De nadruk op ‘Nederlandse cultuur en tradities’ wijkt nogal af van deze empirie. Wilders pleitte voor ‘minder Marokkanen’. Dit frame verzwijgt dat de meeste van hen hier óf geboren zijn óf al bijna hun hele leven wonen. Baudet had het over een ‘Boreaal Europa’. In de Nederlandse cultuur, die hij pleit te verdedigen, lijkt geen ruimte voor de cultuur van Nederlanders van Marokkaanse of Turkse afkomst.
Deze verwijzingen naar traditie of cultuur hebben dan ook weinig met echte historische tradities of cultuur te maken. Het is een manier om je te verhouden tot wat er geschied is. De verwijzing naar het verval van ‘Nederlandse cultuur en tradities’ kan een manier zijn om te zeggen dat bepaalde groepen er niet bij horen.
Dat lijkt dan ook het doel te zijn van de nadruk op ‘tradities’ en ‘Nederlandse cultuur’. Met de woorden gebruikt in speeches en twitteruitingen wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen, de mensen die wél en niet passen bij deze traditie en cultuur.
Het woord is een wapen om uit te sluiten. Dat is volgens mij de kern van het neo-nationalisme. Dat is ook het geval bij iemand als Matteo Salvini. In zijn idee van Italië is geen ruimte voor niet-witte mensen.
Zwarte piet als microcosmos
Niet elk gebruik van ‘traditie’ is verkeerd, de idee van traditie wordt vaak ideologisch ingezet om een cultureel onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’ te construeren. Een beroep op geschiedenis gaat hier niet om een daadwerkelijk verleden, maar om de eigen hedendaagse identiteit. Deze wordt opgeworpen tegen bedreigende buitenstaanders. Daarmee is er sprake van een ‘wij’ en een ‘zij’.
De ‘zwarte piet’ discussie kan gezien worden als een microcosmos van dit onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’. Dit onderdeel van een kinderfeest wordt door sommigen opeens gezien als een essentieel element van ‘traditie’ of ‘cultuur’. Zowel SSC, als Baudet, Wilders en de Blokkeerfriezen vinden dat ‘zwarte piet’ moet blijven.
Hier wordt niet de inhoud, maar de vorm van een traditie verdedigd, met als doel om een ‘wij’ en ‘zij’ te bevestigen.